Home CURACAO

FOKKERWEG 7 PCTRS 2

CURACAO Verkiezingen 2012

SEARCH THIS SITE

CURACAO Videos 1

curacao-2.com

50

AVATAR 2012

CURACAO Music 1

CURACAO Landscape 1

BUY HOME/OFFICE/APTS

Caribbean Cruises

CURACAO Underwater 6

64

FUNDASHON LEI PA TUR

CURACAO Underwater 7

FOKKERWEG 7 PCTRS

REAL ESTATE IN CURACAO

CURACAO UNESCO

CURACAO Flora/Fauna

CURACAO SHOPPING

FOKKERWEG 7 PCTRS 4

CURACAO History

Korsou Awe

66

CURACAO Sea Creatures 3

ZAAKWAARNEMER VAN IERLAND

Unexplained Mysteries

CURACAO Burg. Stand

CURACAO Sea Creatures 2

77 CURACAO Carnaval

CURACAO Regering/Staten

CURACAO Sea Aquarium

CURACAO Festivals

CURACAO Willemstad Punda

CURACAO Nightlife

CURACAO Regatta

CURACAO Otrabanda

68

CURACAO Events

CURACAO Sites 2

CURACAO Flora/Fauna 2

Zusters van Schijndel e.a

CURACAO Overheid

CURACAO Resorts

Horoscopes

CURACAO Travel Blogs

The Flying Dutchman

Paranormal News

CURACAO Pietermaai

EUROPESE UNIE Actuelle.eu

CURACAO Scharloo

CURACAO News 2

70

CURACAO Birds

GRATIS Prikbord

CURACAO Scharloo 2

CURACAO/NL Politiek

CURACAO Sights 4

CURACAO General Info

RELIGION NEWS Blog

77

SEA LIFE NEWS

CURACAO Beaches

SCUBA NEWS 2

CURACAO Literatuur

CURACAO Beaches 2

NIEUWS.NL

CURACAO Beaches 3

CURACAO VIDEO

Tom Cruise/Shakira

Cartoons 2

777

CURACAO Info 1

ARUBA NEWS

BONAIRE NEWS

SINT MAARTEN NEWS

SINT EUSTATIUS NEWS

SABA NEWS

BES-EILANDEN

SURINAME NIEUWS

CURACAO Beaches 4

88

CURACAO Newspapers 1

CURACAO Flora/Fauna 3

FLASH GAMES

GAME 1

GAME 2

GAME 3

ANP Nieuws

FINANCIEEL DAGBLAD fd.nl

CURACAO Beaches 5

Madonna

80

Angelina Jolie

Brad Pitt

RELIGION NEWS

CURACAO Sites

CURACAO Art 2

96

CURACAO Radios 1

CURACAO Headlines

NEWS TICKER

FASHION NEWS

Paris Hilton

REAL ESTATE NEWS

Jessica Simpson

Hillary Clinton

CURACAO Television 1

97

Beyonce

FOKKERWEG 7 PCTRS 3

David Beckham

F.D. Roosevelt

Michael Jackson

WORLD NEWS

CURACAO Sights 2

CURACAO Diving

CURACAO Rechtspraak 1

98

Celine Dion

Bill Gates

CURACAO Art

CURACAO Sights 3

Oprah Winfrey

ARTS NEWS

Mariah Carey

Associated Press

Roger Federer

Britney Speers

About Us

..
Bekende arresten van de Hoge Raad
 

 


Hieronder vindt u enkele bekende en spraakmakende arresten waarin mr. Hamer dan wel mr. De Boer betrokken zijn geweest bij de Hoge Raad.

Verder vindt u ook enkele van de vele gepubliceerde arresten vanaf het jaar 2000 waarin mr. Hamer dan wel mr. De Boer betrokken zijn geweest bij de Hoge Raad.

Ga direct naar de arresten vanaf het jaar 2000

 


Arresten tot en met het jaar 2000

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 22 september 1987, NJ 1988/ 223
Waarin is uitgemaakt dat de officier van justitie mag vervolgen terzake van parkeerovertredingen op grond waarvan auto’s weggesleept worden, ook al is de officier van justitie niet van plan straf te vorderen.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 28 april 1992, NJ 1992/ 657
Waarin is uitgemaakt dat indien men geld uit een pinautomaat pint terwijl de pinpas niet van de pinner is, er sprake kan zijn van diefstal.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 1 juni 1993, NJ 1994/ 55
Waarin is uitgemaakt dat indien men een diefstal pleegt uit het Van Gogh museum Amsterdam en de dief lokt iemand anders uit om mee te doen de dief niet alleen veroordeeld kan worden voor diefstal maar ook voor uitlokking van diefstal. Kortom: je kunt als je één ding pleegt met iemand anders, voor twee feiten gestraft worden.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 19 oktober 1993, NJ 1994/ 179
Waarin is uitgemaakt dat indien men samen met anderen cocaïne uitvoert, men vervolgd kan worden voor lidmaatschap van een criminele organisatie welke criminele organisatie gericht is op uitvoer van cocaïne en ook nog eens op het uitvoeren van cocaïne zelf.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 17 januari 1995, NJ 1995/ 553
Waarin is uitgemaakt dat naast de Wet Bodembescherming ook nog andere wetten van toepassing zijn indien men olie op de grond laat vallen, ten gevolge waarvan men vervolgd kan worden.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 13 juni 1995, NJ 1995/ 635
Waarin is uitgemaakt dat indien iemand onvrijwillig een pincode noemt, zulks onder dwang, dat noemen geen goed is waarvan men kan zeggen dat men daarvan afgeperst wordt. Immers: bij een afpersing verliest men datgene wat men afgeperst wordt terwijl bij het noemen van een pincode men een pincode zelf niet verliest.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 3 juni 1997, NJ 1997/ 576
Waarin is uitgemaakt dat indien men een trui steelt met daarop een beveiligingslabel, dit niet is diefstal met braak. Immers: door het beveiligingslabel wordt de trui niet onder bereik gebracht want deze was al onder bereik.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 17 juni 1997, NJ 1997/ 658
Waarin is uitgemaakt dat ook mensen in het Duits brieven konden schrijven naar de Hoge Raad en de Hoge Raad daar acht op slaat.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 9 september 1998, NJ 1998/ 90
Waarin is uitgemaakt wie wel en niet een onpartijdig rechter is in de zin van de wet.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 3 februari 1998, NJ 1998/ 555
Waarin is uitgemaakt wanneer je onder toenmalig recht, recht had op een tegenonderzoek met betrekking tot DNA.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 7 april 1998, NJ 1998/ 558
Omtrent de vraag wanneer iemand bemiddelt bij schijnhuwelijken en wanneer men behulpzaam is bij een schijnhuwelijk.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 3 november 1998, NJ 1999/ 199
Waarbij de Hoge Raad heeft gezegd dat het hof niet zonder meer de deskundigenbevindingen van Engelse artsen kon verwerpen omtrent een bepaald deel van het lichaam.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 9 maart 1999, NJ 1999/ 385
Waarin de Hoge Raad stelt dat indien men door een transportgat naar binnen klimt dat inklimmen is in de zin van artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 1 december 1998, NJ 1999/ 470
Waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld dat indien een pleitnota bij de stukken ontbreekt, het hof de zaak opnieuw moet doen omdat het onderzoek dan kennelijk niet volledig is geweest.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 12 oktober 1999, NJ 1998/ 827
Uitspraak in de zaak Bocos Cuesta, waaruit blijkt dat de Hoge Raad vond dat men verklaringen van minderjarige getuigen kon gebruiken zonder dat deze door een rechter gehoord waren. Dit arrest is vervolgens vernietigd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 9 november 1999, NJ 2000/ 40
Waaruit blijkt dat wanneer de politie iemand aanhoudt op verdenking van een strafbaar feit en hem dan vervolgens vraagt naar wat er precies aan de hand is, de politie altijd tegen de verdachte moet zeggen dat hij niet tot antwoorden verplicht is.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 24 november 1998, NJ 2000/ 54
Het bekende arrest over de invoer van cocaïne in een sporttas. Het hof had iemand vrijgesproken van opzettelijke invoer van cocaïne omdat hij een tas had meegenomen van Suriname naar Nederland terwijl hij zwaar ziek was en niet kon weten wat er in die tas zat. Het hof veroordeelde hem desondanks toch voor schuld, in die zin dat het hof vond dat hij toch schuld had aan het feit dat hij niet wist dat er cocaïne in de tas zat. De Hoge Raad vond dat onbegrijpelijk.

Hoge Raad, uitspraak in cassatie over het cassatieschriftuur van mr. Hamer, dd. 11 januari 2000, NJ 2000/ 194
Schakelbewijs. De Hoge Raad vindt dat het hof steun had kunnen putten voor de bewezenverklaring omdat de verdachte soortgelijke feiten begaan had en daarbij zich bediend had van de gang van zaken die op essentiële punten overeenkwam met het feit wat bewezen werd.

Arresten vanaf het jaar 2000

LJN AA8825, Hoge Raad 5 december 2000
Wat is nu precies openbare schennis van de eerbaarheid. De Hoge Raad geeft duidelijk aan dat je in ieder geval niet in je blootje rond hoeft te lopen.

LJN AE7679, Hoge Raad 22 oktober 2002
Het Hof kon oordelen dat de verdachte middelen bij zich had met daarin XTC omdat de logo’s van de pillen overeenkwamen met logo’s van andere pillen waarin ook XTC zat.

LJN AF0736, Hoge Raad 21 januari 2003
Als men vervolgd wordt wegens openlijke dronkenschap en men heeft het feit gepleegd binnen een jaar na een eerdere veroordeling, dan kan de rechter straffen tot een hogere strafmaat dan normaal bij openbare dronkenschap, doch dan moet wel het feit dat men eerder is veroordeeld ook in de dagvaarding zijn opgenomen.

LJN AF9561, Hoge Raad 8 juli 2003
Als de officier van justitie na de zitting nog stukken stuurt aan de rechter dan moet de rechter daar hetzij geen acht op slaan hetzij moet de rechter de verdachte de mogelijkheid geven om op een nieuwe zitting zijn mening te geven over die stukken. De rechtbank moest de zaak opnieuw berechten.

LJN AI0023, Hoge Raad 16 september 2003
De afwijzing door het Hof om een rechercheur van de Criminele Inlichtingen Eenheid te horen is onvoldoende gemotiveerd en daarom moet het arrest van het hof vernietigd worden en moet de verdachte opnieuw berecht worden.
LJN AN9358, Hoge Raad 17 februari 2004
De verdachte die een brief bij zich had met informatie over plegen van een gewapende overval op een geldtransportwagen kan niet zonder meer verweten worden dat het bij zich hebben van die brief voorbereidingshandeling is. Het arrest waarbij hij veroordeeld was werd vernietigd door de Hoge Raad en deze man moest opnieuw voorkomen.

LJN AR3660, Hoge Raad 30 november 2004
De dagvaarding zoals uitgereikt was onvoldoende op juiste wijze uitgereikt. Dit betekent dat het arrest waarbij de verdachte veroordeeld was, vernietigd werd en de verdachte opnieuw berecht moest worden.

LJN AS9225, Hoge Raad 19 april 2005
Waarin de Hoge Raad geoordeeld heeft dat indien iemand schade heeft geleden door een strafzaak het aan hem is om de rechtstreekse persoonlijke schade te vorderen. Voor de erfgenamen bestaat deze mogelijkheid niet.

LJN AT7292, Hoge Raad 30 augustus 2005
De passagier die aan de handrem trekt kan, zo zegt de Hoge Raad, aangemerkt worden als bestuurder van die auto.

LJN AU1962, Hoge Raad 11 oktober 2005
De verdachte was vrijgesproken omdat het Hof van mening was dat er onvoldoende bewijsmateriaal voor handen was. De AG bij het Hof ging in cassatie. De vrijspraak moest in stand blijven volgens de Hoge Raad.

LJN AU3297, Hoge Raad 19 november 2005
Indien de politie een woning zonder machtiging betreedt en de politie vervolgens bedreigd wordt door een burger dan maakt het voor de bedreiging niet uit dat de politie zonder machtiging in de woning was.

LJN AV1620, Hoge Raad 28 maart 2006
Het Hof mag zijn beslissing niet weergeven in een zogenaamd 'uittreksel'. Ook niet als het, na het instellen van beroep in cassatie, een volledig uitgewerkt vonnis opstelt.

LJN AV4191, Hoge Raad 28 maart 2006
In deze zaak had een arrestant op het moment dat hij in een observatiecel op het politiebureau werd ingesloten naar een politieambtenaar geroepen: "Fuck you, ik gooi een granaat". Voor deze opmerking was hij veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De Hoge Raad oordeelt dat uit de bewijsmiddelen niet valt af te leiden dat een onder die omstandigheden gedane opmerking de redelijke vrees kon opwekken dat de politieambtenaar het leven zou kunnen verliezen. De Hoge Raad spreekt vervolgens zelf vrij.

LJN AX6414, Hoge Raad 29 augustus 2006
In deze zaak had de rechter na het sluiten van de zitting opgemerkt dat de verdachte een bijzonder loopje had en gebruikte dit vervolgens tot het bewijs. De Hoge Raad geeft in zijn arrest te kennen dat een eigen waarneming van de rechter alleen tijdens de zitting gedaan mag zijn wil dit als bewijs meegewogen worden.

LJN AU8060, Hoge Raad 7 november 2006
De praktijk rondom de verwijderingsbevelen van de stations, zoals thans door de NS gedaan wordt, zijn niet juist. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Hof waarbij de verdachte was veroordeeld en spreekt zelf vrij.

LJN AZ1667, Hoge Raad 19 december 2006
De behandeling van een beklag tegen inbeslagname moet in het openbaar plaatsvinden en de gewezen beschikking moet eveneens openbaar zijn. Uit het proces-verbaal van de terechtzitting en de beschikking moet dan ook blijken dat aan dat vereiste is voldaan. In deze zaak kwam dat uit beide niet naar voren. De Hoge Raad vernietigt het vonnis en wijst de zaak terug.

LJN AZ0262, Hoge Raad 30 januari 2007
Aan een proeftijd van 2 jaar had het Hof de voorwaarde verbonden dat de verdachte gedurende die periode contact moest onderhouden met de Reclassering. Bovendien werd als voorwaarde gesteld dat de verdachte de aanwijzingen van de Reclassering op moest volgen ook als deze inhielden dat hij zich moest laten behandelen in een inrichting. De Hoge Raad laat weten dat het alleen aan de rechter is voorhouden om de beslissing te nemen dat de verdachte zich moet laten behandelen in een inrichting en dat de rechter die beslissing niet in handen van de Reclassering mag leggen.

LJN AZ0692, Hoge Raad 20 februari 2007
De rechter hoeft niet ambtshalve te onderzoeken of het Openbaar Ministerie een minderjarig slachtoffer van een seksueel misdrijf die 12 jaar of ouder is in de gelegenheid heeft gesteld om zijn visie over de gepleegde feiten naar voren te brengen.

LJN AZ5671, Hoge Raad 17 april 2007
Hoewel het wel aanbeveling verdient, is het niet verplicht om in het proces-verbaal van de terechtzitting inhoudelijk weer te geven wat het slachtoffer of de nabestaande van het slachtoffer heeft verklaard toen hij gebruik maakte van zijn spreekrecht.

LJN AZ6101, Hoge Raad 15 mei 2007
De rechter hoeft zich bij de verwerping van een verweer over onrechtmatig verkregen bewijs niet te beperken tot wettige bewijsmiddelen.

LJN BA0422, Hoge Raad 19 juni 2007
Overzichtsarrest van de Hoge Raad waarin heldere aanwijzingen gegeven worden voor de rechters in feitelijke aanleg hoe er op bewijsverweren gereageerd moet worden.

LJN BA3598, Hoge Raad 19 juni 2007
Een via e-mail geuite bedreiging levert ook een schriftelijke bedreiging op. Beslissend daarbij is dat de bedreiging de geadresseerde in een leesbare vorm bereikt en niet via welk middel dat gebeurt.

LJN BA3598, Hoge Raad 19 juni 2007
De vordering van de officier van justitie bij een zaak die dient bij de politierechter, kinderrechter of kantonrechter hoeft niet in de aantekening van het mondelinge vonnis opgenomen te worden. Voldoende is dat de vordering daarin vermeld wordt in of daar aan gehecht wordt.

LJN BA4994, Hoge Raad 3 juli 2007
De opvatting dat de bewezenverklaring niet in overwegende mate mag steunen op de eigen waarneming van de rechter is onjuist. De eigen waarneming van de rechter is een wettig bewijsmiddel en de wet legt ten aanzien van dat bewijsmiddel geen beperkingen op.

LJN BA5022, Hoge Raad 3 juli 2007
Wanneer uit raadpleging van de GBA blijkt dat verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, maar in de appelakte niettemin door hem een adres wordt opgegeven dan moet de dagvaarding op dat adres worden uitgereikt.

LJN BA7923, Hoge Raad 2 oktober 2007
Het enkele voorhanden hebben van een voorwerp is voldoende om dit als witwassen aan te merken. Anders dan bij heling is kan ook een voorwerp dat uit eigen misdrijf afkomstig is bijdragen aan witwassen.

LJN BA5025, Hoge Raad 9 oktober 2007
Wanneer de verdachte niet wordt bijgestaan door een advocaat en wegens het verstoren van de orde uit de zittingszaal wordt verwijderd, moet hij alsnog in de gelegenheid gesteld worden om zich te verdedigen.

LJN BA5858, Hoge Raad 23 oktober 2007
De Hoge Raad geeft heldere aanwijzingen omtrent de wijze waarop de rechter op bewijsverweren moeten reageren.

LJN BB4949, Hoge Raad 6 november 2007
De behandeling in hoger beroep mag niet eerder dan 10 dagen na de uitreiking van de dagvaarding plaatsvinden. Vindt de behandeling toch eerder plaats dan mag een verdachte niet bij verstek veroordeeld worden als nergens uit blijkt dat hij met de verkorting van de termijn heeft ingestemd.

LJN BA7897, Hoge Raad 6 november 2007
Voor de vraag of cassatie voor een overtreding mogelijk is, wordt alleen gekeken naar de beslissing op de ten laste gelegde feiten. De uitspraak op een vordering tot tenuitvoerlegging wordt buiten beschouwing gelaten.

LJN BB7658, Hoge Raad 11 december 2007
De term ‘bestuurder’ in art. 179 WVW doelt niet alleen op de persoon die daadwerkelijk een voertuig bestuurd heeft. Het begrip hangt samen met art. 163 WVW, waaronder ook valt de persoon die er van verdacht wordt onder invloed gereden te hebben. Vast staat dan nog niet of die persoon ook de daadwerkelijke bestuurder was.

LJN BB7404, Hoge Raad 18 december 2007
Een ‘uittreksel’ voldoet niet aan de eisen die de wet aan een vonnis stelt. Het Hof mag zijn beslissing derhalve niet in zo een uittreksel weergeven. Doet het dat toch dan is er, ook al wordt dat niet met zoveel woorden in de wet geregeld, sprake van een ernstig verzuim en is de uitspraak nietig.

LJN BB4130, Hoge Raad 11 januari 2008
Veroordeling door het Antilliaanse Hof van meisje van 16 jaar oud tot 20 jaar gevangenisstraf: in het kader van de behandeling van strafzaken tegen minderjarigen moeten de ouders van de verdachte jeugdige voor de zitting worden opgeroepen, zodat ook die hun zegje kunnen doen. Die regel is van grote betekenis. De niet-nakoming van die regel moet worden geacht aan een geldige behandeling van de zaak in de weg te staan, waarna een nieuwe procedure moet volgen.

LJN BB5370, Hoge Raad 15 januari 2008
Schakelbewijs: het Hof heeft voor de bewezenverklaring van diefstal met verbreking van een bromfiets mede redengevend geacht de omstandigheid dat verdachte eerder betrokken was bij een poging tot diefstal van een bromfiets. De Hoge Raad vindt dit oordeel niet zonder meer begrijpelijk, kort gezegd omdat de ‘modus operandi’ weinig of geen overeenkomsten vertoonde.

LJN BC3785, Hoge Raad 25 maart 2008
Geen onpartijdige rechter: bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter art. 6 lid 1 EVRM dient voorop te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen. De betrokkenheid van een rechter van het Hof als officier van justitie bij de strafzaak van de mededader levert een uitzonderlijke omstandigheid op als hiervoor bedoeld.

LJN BC5952, Hoge Raad 15 april 2008
De ISD-maatregel kan niet tegelijk met gevangenisstraf worden opgelegd, maar wel na een eerdere oplegging van een gevangenisstraf (in een andere zaak die gelijktijdig behandeld had kunnen worden met de zaak waarin ISD wordt opgelegd).
Het Hof heeft in strijd met art. 359, tweede lid, Sv nagelaten in het bijzonder de redenen op te geven waarom het is afgeweken van een door de verdediging ten aanzien van de feiten naar voren gebracht uitdrukkelijk onderbouwd standpunt. Dit leidt tot nietigheid.
LJN BC9414, Hoge Raad 15 april 2008
Ontzegging rijbevoegdheid kan, mede gelet op de wetsgeschiedenis, worden opgelegd aan degene op wiens naam de auto stond waarmee het verkeersdelict is begaan, ook als de bestuurder van de auto onbekend gebleven is.
LJN BC3766, Hoge Raad 29 april 2008
De Hoge Raad legt uit waarnaar de rechter ambtshalve (dus zonder dat daar verweer op wordt gevoerd) onderzoek moet doen en wanneer de rechter moet laten blijken dat hij dat onderzoek heeft verricht. In tegenstelling tot wat de Hoge Raad daar eerder over heeft gezegd hoeft de rechter in zijn uitspraak niet blijk te geven van zijn ambtshalve verrichte onderzoek, wanneer hij de voorwaarde inzake dubbele strafbaarheid vervuld acht.
LJN BC7413, Hoge Raad 20 mei 2008 en LJN BK5597, Hoge Raad 26 januari 2010
Eén getuige is géén getuige.Volgens art. 342.2 Sv kan het bewijs dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van 1 getuige. Het Hof had dat in deze zaak ten onrechte wel gedaan.

LJN BC8673, Hoge Raad 30 mei 2008
Bouwfraude-zaak: door te overwegen dat verdachte moet worden vrijgesproken omdat hij niet heeft geweten of begrepen dat de door het aannemersbedrijf gedragen kosten voor de vliegreizen van verdachte een gift waren om een tegenprestatie te verkrijgen, heeft het Hof kennelijk geoordeeld dat voor de vervulling van het bestanddeel "wetende dat" i.d.z.v. de artt. 362 Sr en 363 Sr voorwaardelijk opzet niet toereikend is. Dat oordeel getuigt gelet op het voorgaande van een onjuiste rechtsopvatting.

LJN BF1182, Hoge Raad 18 november 2008
Promis-arrest: Het Hof heeft in de bewijsmotivering tot uitdrukking gebracht dat en waarom het geen geloof heeft gehecht aan de ontkennende verklaring van verdachte. Geen rechtsregel verzet zich ertegen dat de rechter in zijn bewijsmotivering feiten en omstandigheden weergeeft teneinde vervolgens tot uitdrukking te brengen dat en waarom daaraan moet worden voorbijgegaan (wel vernietiging arrest Hof wegens gebrekkige strafmotivering).

LJN BG4944, Hoge Raad 13 januari 2009
Ontnemingszaak: het Hof heeft bij de vaststelling van het te betalen bedrag geen rekening gehouden met hetgeen omtrent de draagkracht is aangevoerd. Het Hof is hierbij van het ingenomen onderbouwde standpunt afgeweken zonder daarbij in het bijzonder de redenen op te geven die daartoe hebben geleid. Dat verzuim heeft ingevolge art. 359.8 Sv nietigheid tot gevolg.

LJN BF3162, Hoge Raad 20 januari 2009
Oplegging TBS zonder daartoe strekkende vordering van het OM en zonder daartoe strekkend advies van deskundigen: de opvatting dat een last tot TBS met dwangverpleging slechts kan worden gegeven indien (medische) deskundingen/specialisten adviseren dat een opname in een TBS-inrichting moet plaatsvinden, vindt geen steun in het recht. De beslissing tot TBS berust bij de rechter, die daartoe mede o.g.v. de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan kan besluiten indien naar zijn oordeel aan de door de wet gestelde voorwaarden is voldaan. Geen rechtsregel vereist dat de maatregel alleen kan worden opgelegd indien die deskundigen opname in een TBS-inrichting met dwangverpleging adviseren.

LJN BH3081, Hoge Raad 30 juni 2009
Visie Hoge Raad op Salduz-jurisprudentie van het Europees Hof over rechtsbijstand na aanhouding en/of bij een politieverhoor en/of de mogelijkheid een advocaat te raadplegen voorafgaand aan een verhoor.

LJN BI3413, Hoge Raad 7 juli 2009
Bevoegdheidsverdeling Gerechtshoven: behandeling van een (mega)zaak buiten het ressort en bevoegdheid van het Hof. Art. 59.2 RO bepaalt dat bij AMvB regels kunnen worden gesteld voor de verdeling van zaken over de hoofdplaats en nevenzittingsplaatsen buiten het ressort. Art. 59.2 RO, noch enige andere wetsbepaling verbiedt de verdere uitwerking van die regels, zoals is geschied in het Aanwijzingsbesluit.

LJN BJ2825, Hoge Raad 29 september 2009
Het oordeel van het Hof dat de zaak in afwezigheid van verdachte kon worden afgedaan is zonder nadere motivering niet begrijpelijk, aangezien het Hof heeft vastgesteld dat verdachte op de dag van de zitting in hoger beroep om 08.00 uur in vrijheid is gesteld en de zitting om 14.00 begon, zonder dat het Hof heeft vastgesteld waar de verdachte in vrijheid is gesteld.

LJN BI4736, Hoge Raad 29 september 2009
Bewijs opzet. Verdachte is met ex-vriendin en hun dochter een kanaal ingereden. Het oordeel van het Hof dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de zich in de door hem bestuurde auto ex-vriendin door zijn toedoen zou overlijden en dat derhalve zijn opzet (voorwaardelijk) op haar dood was gericht, is onjuist, noch onbegrijpelijk. Mede gelet op de aard van de handelingen, te weten – kort gezegd – het doelbewust met een auto met daarin zijn ex het kanaal inrijden, was het Hof niet gehouden zijn oordeel nader te motiveren, ook niet in het licht van de door de verdediging naar voren gebrachte contra-indicaties. De stelling dat verdachte geen opzet had op de levensberoving omdat hij niet de kans op zijn eigen dood op de koop toe heeft genomen, noopte het Hof niet tot een nadere motivering, het hier niet ging om een gevaarlijke verkeersmanoeuvre, maar om een doelbewuste geweldshandeling. De omstandigheid dat het Hof verdachte heeft vrijgesproken van poging tot doodslag op zijn dochtertje op de grond dat het Hof niet de overtuiging had dat verdachte daartoe het (voorwaardelijke) opzet had, kan aan het voorgaande niet afdoen omdat die vrijspraak en de daaraan gegeven motivering niet aan het oordeel van de HR zijn onderworpen.

LJN BJ7258, Hoge Raad 3 november 2009
De tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf vanwege de niet-naleving van de algemene voorwaarde kan niet worden gelast naar aanleiding van een strafbaar feit waaraan verdachte zich heeft schuldig gemaakt vóór de uitspraak waarbij de voorwaardelijke straf is opgelegd.

LJN BJ6924, Hoge Raad 10 november 2009 en LJN BL5543, Hoge Raad 13 april 2010
Denatureren: het Hof heeft een verklaring van de verdachte als bewijsmiddel gebezigd. Het stond het Hof niet vrij die verklaring voor het bewijs te gebruiken omdat die verklaring niet voorkomt in het proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank en in dat proces-verbaal wat betreft de inhoud van die verklaring evenmin naar de aanvulling op het vonnis wordt verwezen.

LJN BI2315, Hoge Raad 17 november 2010
Julien C.: wanneer een verdachte (in een dergelijke zaak) afstand doet van rechtsbijstand is het Hof gehouden een indringende toets aan te leggen. Hierbij moet het Hof de verdachte in overweging geven al dan niet in overleg met de aanwezige raadsman en zo nodig na onderbreking of schorsing van de behandeling, zich te beraden omtrent de gevolgen van de door hem ingenomen proceshouding, zodat hij zijn standpunt op enig moment zou kunnen herzien. Wanneer dit wordt nagelaten is er sprake van een motiveringsgebrek en dient er een nieuwe behandeling van de zaak te volgen. Volgt vernietiging van de uitspraak van het Hof waarbij aan de verdachte een levenslange gevangenisstraf werd opgelegd.

LJN BJ9240, Hoge Raad 5 januari 2010
1. Promis-arrest: in het arrest heeft Hof onder verwijzing naar 4 processen-verbaal van de politie volstaan met gevolgtrekkingen, zonder zakelijke samenvatting van de redengevende inhoud van de gebruikte bewijsmiddelen en zonder nadere aanduiding van de in die processen-verbaal gerelateerde feiten en omstandigheden waaraan het die gevolgtrekkingen heeft verbonden. Het Hof heeft daardoor niet voldaan aan aan Promis-uitspraken te stellen eisen.
2. Art. 359.3 Sv moet aldus worden verstaan dat slechts kan worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen indien de verdachte het bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, tenzij sprake is van de – zich hier niet voordoende – aan het slot van die bepaling genoemde gevallen. Nu de verklaring van verdachte niet een zo duidelijke en ondubbelzinnige erkenning inhoudt, is het oordeel van het Hof dat verdachte het bewezenverklaarde heeft (volledig) bekend onbegrijpelijk.

LJN BK2125, Hoge Raad 12 januari 2010 en LJN BK9232, Hoge Raad 9 maart 2010
Ontnemingszaken: de uitspraak op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in art. 36e Sr dient op straffe van nietigheid de inhoud te bevatten van de wettige bewijsmiddelen waaraan de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is ontleend. In het ene geval bleek niet hoe het Hof was gekomen aan de gehanteerde prijzen voor de verhandelde cocaïne, in het andere geval bleek niet dat er een (hennep-) oogst had plaatsgevonden.

LJN BK6138, Hoge Raad 2 februari 2010
Art. 26 WWM vereist voor het (strafbaar) voorhanden hebben van een wapen of munitie dat er sprake is geweest van een meer of mindere mate van bewustheid bij de verdachte omtrent de aanwezigheid van dat wapen of die munitie. Gelet hierop is voor de bewezenverklaring niet redengevend de verklaring van verdachte inhoudende dat hij die wapens over het hoofd heeft gezien en dat hij dacht dat deze nog op de schietclub lagen.

LJN BL3964, Hoge Raad 16 februari 2010
1. Afwijzing getuigenverzoeken. Twee afwijzingen van verzoeken tot het horen van getuigen niet juist gemotiveerd door het Hof.
2. De HR vindt aanleiding om de door de waarnemend AG opgeworpen vraag te bespreken hoe na verwijzing of terugwijzing van een zaak moet worden geoordeeld over verzoeken getuigen en/of deskundigen te horen.

LJN BK6357, Hoge Raad 16 februari 2010
Verjaring: door de Hoge Raad wordt vooropgesteld dat in geval van verandering van wetgeving m.b.t. de verjaring naar hedendaagse rechtsopvatting in strafzaken als uitgangspunt geldt dat deze verandering direct van toepassing is, met dien verstande dat een reeds voltooide verjaring wordt geëerbiedigd (vgl. LJN BK1998). Nu uit de stukken niet blijkt dat gedurende 6 jaar voorafgaand aan 1-1-06 (toen art. 72 Sr is gewijzigd) een daad van vervolging is verricht, moet het ervoor worden gehouden dat de verjaring van de tenlastegelegde feiten (oplichting) niet vóór 1-1-06 is gestuit. De in art. 70.2° Sr bepaalde verjaringstermijn van 6 jr is dus vervuld, zodat het recht tot strafvordering is vervallen. De HR verklaart de OvJ in zoverre niet-ontvankelijk in de vervolging.

LJN BK6345, Hoge Raad 20 april 2010
Combinatie van de ISD-maatregel met bijkomende straffen. De HR herhaalt relevante overwegingen uit LJN AV1161. De HR neemt in aanmerking dat blijkens art. 9.5 Sr voor bijkomende straffen als algemeen uitgangspunt geldt dat zij gecombineerd mogen worden met andere straffen en dat niet valt in te zien waarom dat niet ook zou gelden voor de combinatie met maatregelen waaronder de ISD-maatregel. Voorts neemt de HR in aanmerking dat blijkens de wetsgeschiedenis in het bijzonder de combinatie van de ISD-maatregel met een vrijheidstraf problematisch werd geacht, en dat -gelet op de doeleinden van de ISD-maatregel- zulks niet zonder meer anders kan worden geacht bij de combinatie van een ISD-maatregel met een van de andere hoofdstraffen (taakstraf of geldboete), maar dat die bezwaren zich niet of in mindere mate doen gevoelen bij bijkomende straffen, waaronder een ontzegging van de rijbevoegdheid (OBM), zoals deze in de onderhavige zaak was opgelegd.
 

Terug naar boven
 

 

www.cleerdin-hamer.nl

Cleerdin & Hamer Advocaten · Amsterdam (020) 675 07 56
 



Website powered by Network Solutions®